slide techniek op gitaar voorbeeld foto

Wat is een slide en hoe speel je die? (shift-slide vs legato slide)

Een slide is een gitaarspeel-techniek, waarbij je de toon doorschuift naar een andere toon op dezelfde snaar, terwijl je de snaar laat doorklinken. In dit artikel leer je hoe je een slide kunt spelen en herkennen in gitaartab en notenschrift.

Hoe speel je een slide?

Je speelt een slide door je vinger over de snaar naar een andere positie te schuiven, terwijl je de snaar ingedrukt houdt. Hierdoor speel je de tonen zo aan elkaar, dat het klinkt alsof je naar de volgende toon (of tonen) toe schuift.

Wat kun je doen met een slide?

Waarom zou je een slide spelen?
Toepassingen van deze techniek kunnen zijn:
  • De klank en het effect wat die klank in de muziek doet. Met een slide schuif je naar de volgende toon toe. De overgang naar die nieuwe toon is dan geleidelijk. Dat kan meer rust geven, of juist meer intensiteit. Dat hangt helemaal van het stuk muziek af. Speel je bijvoorbeeld een heel rustig gelaten stuk, dan draagt een slide hieraan bij. Maar in snelle opzwepende muziek maakt een goed uitgevoerde slide dat stuk juist net iets intenser.
  • Het gemak. Soms is het spelen van een slide net iets makkelijker dan de volgende toon met een andere vinger in te drukken. Het komt dan wat beter uit om een slide te spelen. Je kunt je vinger dan op de snaar laten staan en gewoon ‘doorschuiven’ (of terugschuiven natuurlijk).

Legato slide versus de shift slide

De slide techniek op gitaar kun je grofweg onderverdelen in 2 typen: De legato-slide en de shift-slide. Het verschil tussen de legato slide en de shift slide zit hem in de aanslag van de toon waar de slide naar toe gaat. Bij een legato slide wordt die toon niet aangeslagen, bij een shift-slide wel. Deze type slides worden op een verschillende manier aangegeven in het muziekschrift.
legato slide en shift slide in gitaartab en notenschrift
Legato slides versus shift slides

De notatie en het spelen van de legato slide en shift slide leg ik uit onder de volgende kopjes.

Notatie en spelen van een legato slide

Een legato slide wordt genoteerd als een streep en een boogje tussen twee tonen. Het streepje en boogje beginnen op de toon vanaf waar je de slide begint. En het streepje en boogje eindigen op de toon waar de slide naar toe gaat.
  • Als de streep omhoog gaat, dan is het een slide omhoog, naar een hogere toon op dezelfde snaar.
  • Gaat de streep omlaag, dan is het een slide omlaag, naar een lagere toon op dezelfde snaar.
De afkorting "sl." kan boven het boogje staan voor extra verduidelijking dat het hier om een slide gaat. Maar het hoeft niet. Zie de gitaartab en notenschrift in onderstaande plaatjes. Ieder plaatje betekent hetzelfde, maar in de 2e versie is de "sl." aanduiding niet aangegeven.
legato slide voorbeeld in gitaartab en notenschrift
Legato-slides met "sl." afkorting als extra verduidelijking

legato slide voorbeeld in gitaartab en notenschrift zonder sl-aanduiding
Legato-slides zonder "sl." afkorting

Stap-voor-stap uitleg voor deze legato-slides

De 1e slide

  1. Druk met je wijsvinger de 1e snaar (dunste snaar) in op de 2e positie, vlak voor de 2e fret.
  2. Sla nu de 1e snaar aan.
  3. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je wijsvinger door naar de 3e positie, op dezelfde snaar.
Om te schuiven moet je je wijsvinger natuurlijk iets minder om de hals klemmen. Hou je wijsvinger daarom iets losser, maar nog vast genoeg om de klank te laten doorklinken. Als je dan op de ee positie bent, dan druk je deze weer stevig in. Er mag geen stilte zijn tijdens dit schuiven. Anders is het effect weg.Dit kan even oefenen zijn, maar hou vol! 🙂

De 2e slide

Goed, je wijsvinger staat nog van de vorige slide op de 3e positie van de 1e snaar.
  1. Sla de 1e snaar weer aan.
  2. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je wijsvinger nu terug naar de 2e positie, op dezelfde snaar.
Probeer ook bij deze slide de klank van de snaar vast te houden tijdens het schuiven.Je zult waarschijnlijk merken dat dat met deze slide omlaag iets lastiger is dan bij de vorige slide omhoog. Dat is vrij normaal. Dit heeft er ook mee te maken dat je een nieuw gedeelte van de snaar moet laten trillen, wat voorheen niet trilde: het stukje snaar onder de 3e positie. Daarom is een slide omlaag iets moeilijker om helder te laten doorklinken.

De 3e slide

Deze slide gaan we doen met de middelvinger.
  1. Na de vorige slide staat je wijsvinger weer op de 2e positie. Druk nu met je middelvinger de 1e snaar in op de 3e positie. Je wijsvinger mag nu van de snaar.
  2. Sla de 1e snaar weer aan.
  3. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je middelvinger door naar de 5e positie, op dezelfde snaar. En probeer de snaar weer te laten doorklinken.

De 4e slide

Goed, je middelvinger staat nog van de vorige slide op de 5e positie van de 1e snaar.
  1. Sla de 1e snaar weer aan.
  2. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je middelvinger nu terug naar de 3e positie, op dezelfde snaar.
Deze laatste slide is de moeilijkste van het plaatje, omdat je 2 plaatsen terug moet schuiven. Hierbij moet je dus een snaarlengte van 2 posities laten meetrillen, die voor de slide nog niet trilde. Dat maakt het moeilijk de klank goed op volume te houden.

Oefentips om de slide goed te laten klinken en het volume zo veel mogelijk vast te houden

In de vorige oefening heb je waarschijnlijk wel gemerkt dat het lastig kan zijn om tijdens en na een slide de klank van de snaar in stand te houden. Vooral met de slide omlaag, waarbij het gedeelte van de snaar wat moet trillen voor een toon langer wordt. Je kunt de volgende tips gebruiken om je slide-techniek te verbeteren en je slides krachtiger te laten klinken.

Slide oefentips:

  • Sla de toon waar vanaf je de slide begint, nèt iets harder aan. Dan blijft er meer volume over na de slide.
  • Experimenteer met de druk die je op de snaar kunt geven om de slide nog soepel te kunnen uitvoeren. Hoe meer je de snaar los laat, hoe meer je de snaar dempt met je vinger. Probeer de snaar sowieso in contact te houden met het fretboard.
  • Stop de slide zo beslist en abrupt mogelijk, en druk op het eindpunt van de slide de snaar in een snelle beweging ook weer goed in. Daarmee geef je de toon waar de slide op uitkomt, weer wat kracht mee.
  • Oefenen, veel oefenen. Begin op de dunste snaren. Die zijn het makkelijkste voor een slide.

Notatie en spelen van een shift slide

Een shift slide verschilt van de legato slide door de 2e toon in de slide (de toon waar de slide naartoe gaat). Met een shift slide sla je die 2e toon, na de slide nog een keer aan. Bij een legato slide doe je dat niet.

Een shift slide wordt net als een legato slide genoteerd als een streep, maar dan zonder een boogje tussen twee tonen. De functie van het streepje is hetzelfde als bij een legato slide: Het streepje begint op de toon vanaf waar je de slide begint. En het streepje eindigt op de toon waar de slide naar toe gaat.
  • Als de streep omhoog gaat, dan is het een slide omhoog, naar een hogere toon op dezelfde snaar.
  • Gaat de streep omlaag, dan is het een slide omlaag, naar een lagere toon op dezelfde snaar.
Net als bij een legato slide kan bij een shift slide de "sl." aanduiding staan als extra verduidelijking, maar het hoeft niet.

In de onderstaande gitaartab staan 4 shift slides.

shift slide voorbeeld in gitaartab en notenschriftVoorbeelden van shift slidesStap-voor stap uitleg voor deze shift slides

De uitvoering van deze shift slides is in veel opzichten hetzelfde als de vorige oefening met de legato slides. Met het verschil dat je de toon waar de slide naar toe gaat, na de slide nog eens aanslaat.

De 1e slide

  1. Druk met je wijsvinger de 1e snaar (dunste snaar) in op de 2e positie, vlak voor de 2e fret.
  2. Sla nu de 1e snaar aan.
  3. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je wijsvinger door naar de 3e positie, op dezelfde snaar.
  4. Sla de 1e snaar nu nogmaals aan (deze laatste stap onderscheidt de shift slide van de legato slide)

De 2e slide

Goed, je wijsvinger staat nog van de vorige slide op de 3e positie van de 1e snaar.
  1. Sla de 1e snaar weer aan.
  2. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je wijsvinger nu terug naar de 2e positie, op dezelfde snaar.
  3. En nu sla je de 1e snaar weer aan.

De 3e slide

Deze slide gaan we weer doen met de middelvinger.
  1. Na de vorige slide staat je wijsvinger weer op de 2e positie. Druk nu met je middelvinger de 1e snaar in op de 3e positie. Je wijsvinger mag nu van de snaar.
  2. Sla de 1e snaar weer aan.
  3. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je middelvinger door naar de 5e positie, op dezelfde snaar.
  4. En sla de 1e snaar weer aan.

De 4e slide

Goed, je middelvinger staat nog van de vorige slide op de 5e positie van de 1e snaar.
  1. Sla de 1e snaar weer aan.
  2. Terwijl de aangeslagen toon nog klinkt, schuif je je middelvinger nu terug naar de 3e positie, op dezelfde snaar.
Merk je dat de shift slide makkelijker uit te voeren is als de legato slide? Dat komt omdat je na de slide de toon nog eens aan kunt slaan. Zo wordt het minder belangrijk om de klank van de snaar optimaal vast te houden tijdens de slide.

Slide in platte-tekst gitaartab

Tekst-gitaartabs kun je schrijven en openen in platte-tekst editors zoals Windows Kladblok (of Notepad). In een platte tekst gitaartab kan een slide aangegeven zijn met de letter "s" of een schuine streep ("/" voor een slide omhoog of een "\" voor een slide omlaag). Een pijltje ">" wordt ook wel eens gebruikt, maar die kan ook slaan op een extra accent van de betreffende noot. Zie de onderstaande 2 voorbeelden.

slide in platte tekst gtiaartab aangegeven met letter S
Slide in platte tekst gitaartab, aangegeven met letter "S"

slide in platte tekst gtiaartab aangegeven met schuine streep
Slide in platte tekst gtiaartab, aangegeven met een schuine streep

Standaard is er in een tekst-gitaartab geen onderscheid tussen een legato-slide of een shift-slide. Dit kan echter wel in de legenda van de gitaartab zijn aangegeven.

Een slide met je vinger of met... een "slide"?

In dit artikel heb ik het gehad over het uitvoeren van een slide met je vinger (wijsvinger, middelvinger, ringvinger, of pink). Je kunt een slide echter ook uitvoeren met een buisje of kokertje wat je over één van je vingers schuift. Meestal is dat kokertje van glas, kunststof, of metaal.

Let op, dit kokertje zelf wordt ook een "slide" genoemd. Dus in dat geval kan "slide" slaan op het kokertje èn op de slide speeltechniek. Met een slide (het kokertje) kun je dan een slide (het schuiven over de snaren) uitvoeren.

Het belangrijkste verschil met een slide uitgevoerd met je vinger is dat je het kokertje enkel op de snaar houdt. Je drukt de snaar niet in met de slide. Met het schuiven over de snaar ga je nu veel traploos naar andere tonen op de snaren, omdat ze niet afgebakend zijn door de frets. Dat geeft een bluesy of Hawaaiaanse klank.

Op de onderstaande foto zie je 2 van deze slides

Van links naar rechts een aluminium slide en een glazen slide.

slides van metaal en glas foto
Slides van metaal (links) en glas (rechts)


Op de onderstaande foto zie je een slide in uitvoering op gitaar.

slide om vinger en op gitaarhals
Metalen slide om vinger, op gitaarhals

Heb je vragen over slides of een andere speeltechniek?
Laat het me gerust weten, ik help je graag.

Groetjes, 🙂
Arvid
Reactie plaatsen